Bistedokter Deen

Menno WiersmaCOLUMNS

We waren in Harlingen nog maar nauwelijks aan boord van ms. Vlieland of er werd me gevraagd of ik ‘Dokter Deen’ een paar dagen zou gaan vervangen.

Ik herkende degene die me de vraag stelde eerst niet eens. Bij nader inzien bleek er achter het leesbrilletje boven het notebook iemand schuil te gaan die ik niet alleen ken als vader van zijn drie iets jongere zoons dan die van ons, maar ook als klant. Meestal treffen we elkaar in overall tussen de schapen. Nu draag ik vrijetijdskledij en is hij gestoken in een driedelig kostuum met stropdas. Kennelijk voor zaken naar Vlieland, terwijl ik met mijn eega juist een paar dagen zou gaan uitwaaien. De multifunctionele huisarts vervangen, die ook wel dieren behandelt en momenteel zijn naam aan een Tv-serie leent? Dat zou wat zijn. Er zijn natuurlijk veel parallellen tussen ons beider beroepen maar ik vrees dat het wel wat probleempjes zou gaan opleveren. Niet dat ik nooit mensen heb behandeld hoor, maar dat is iets waar je niet te veel over uit moet weiden. Voor je ’t weet staat de inspectie op de stoep…

De keren dat we het eiland bezocht hebben zijn ontelbaar. Eerst individueel en later samen. Daarna met één hond en later zelfs met twee. Toen kwamen de jongens en werd er menig voorjaars- en herfstvakantie doorgebracht. Steevast afgesloten met een kiekje met de zelfontspanner voor de vuurtoren op het ‘Vuurboetsduin’. In het verleden heb ik er zelfs wel ‘gebeund’. Nam ik een operatiesetje mee en steriliseerde er poezen van goede kennissen op een geïmproviseerde operatietafel…

Toegegeven: de ergonomie en de steriliteit lieten te wensen over, maar poes heeft daar geen nadelen van ondervonden. En we schrijven het jaar 1989…

Ik ben dus enorm fan van Vlieland en kom er graag: de rust en de natuurlijke elementen zijn er ongeëvenaard. Al komt dat op zich prachtig tot uiting in de opnames; de voornoemde serie zelf kon mij helaas veel minder bekoren. Die haai vond ik al vergezocht, maar ik ben pas definitief afgehaakt vanaf het moment dat Dokter ‘Monique’ Deen buiten de regelgeving om op eigen houtje een kind adoptie ging afhandelen. Geloofwaardigheid en integriteit zijn namelijk essentieel in de medische sector. Dat is al niet anders in onze eigen beroepsscene.

Terug naar dat laatste bezoek. Onze eerste versnapering genoten we na de verst mogelijke fietstocht op het eiland en wel in het ‘Posthuys’, vlakbij de Vliehors. Terwijl we daar lekker van een geurend kopje koffie zaten te genieten, scharrelde er een huispoes al kopjes gevend tussen de tafeltjes door. Ze liet zich her en der wat aanhalen en wipte op de bank voor het raam, waarop een viertal fraaie sierkussentjes gedrapeerd lag. Ik zag vervolgens aan de manoeuvres wat ze van plan was, maar voor ik kon ingrijpen zeek ze zonder gêne in de bordeauxrode zijde. Had ik wel een verbiedende gil gegeven, dan had ik misschien alleen maar voor consternatie in het etablissement gezorgd. Ik denk niet dat de exploitant dat op prijs had gesteld. Voorzichtig informeerde ik toen de serveerster maar dat de poes stout was geweest. “Daar zal Mama niet blij mee wezen”, gniffelde ze, en ze verdween naar de keuken. Nog geen halve minuut later kwam moeders obstinaat door de klapdeuren het restaurant binnenstuiven. Onopvallend wenkte ik haar naar de plaats des onheils. “Waarom doet ie dat nou?!?” Voor ik het wist ontspon zich een uitgebreid consult. Het zal wel geen medisch probleem zijn, opperde ik. Veeleer is er sprake van een ongetwijfeld verklaarbaar maar moeilijk uit te leggen kattengedrag. Aangezien de kans op herhaling groot was, was verbanning uit het restaurant natuurlijk het beste. Al hoe huiselijk het ook aandoet, uit hygiënisch oogpunt hoort een kat daar toch al niet thuis. Mopperend hoorde ik de uitbaatster even later achter de klapdeuren haar personeel op het hart drukken dat poes niet meer binnen mocht komen. Dat is niet gelukt. Toen we namelijk na een lange wandeling door de Kroonspolders hongerig op zoek waren naar een lunchkaart met lekkers en wederom voor het ‘Posthuys’ stonden, zat poes zich binnen uitgebreid op een tafeltje voor het raam te wassen…

Een paar weken na ons bezoek aan Vlieland kwam Dokter Deen opnieuw ter sprake. Ik kwam bij zonsondergang op de boerderij om Lobke in te laten slapen. Het bejaarde stabijtje van 17 lentes oud kon niet meer op haar stramme pootjes staan. De ondersteunende medicatie hielp niet meer. Lobke heeft jarenlang op Vlieland gewoond. Ik vroeg haar bazin of ze Dokter Deen ooit nog eens voor Lobke had geconsulteerd. Dat was niet het geval; wel voor zichzelf, zo glimlachte ze. Terwijl Lobke haar laatste adem uitblies moest ik even denken aan Monique van der Ven. Was zij haar carrière niet begonnen als Lobke in Sil de strandjutter?  Ook al speelde dat op Terschelling, die associatie maakte de cirkel weer rond.

Lobke uit Sil de strandjutter

Mei 2012