♫ Lentesymfonie ♫

Menno WiersmaCOLUMNS

Ik geniet weer volop van het vroege voorjaar. Onmiskenbaar klinkt het startsein daarvoor als ik bij het ontwaken aangenaam wordt verrast door een rijke schakering aan vogelgeluiden. Die golven vrolijk naar binnen door het openstaande slaapkamerraam en strelen je gehoor. Noem het de lentesymfonie. Eendenkorven en nestkastjes worden verkend, de mannetjesputters maken de vrouwtjes het hof  en eieren laten niet lang meer op zich wachten. Het is diezelfde tijd dat de ‘lammerij’ aanbreekt. Een heerlijk onderdeel van ons vak waarbij het niet erg is om in de dienst gestoord te worden. Als het de schapenboer niet lukt om de lammeren uit de ooi te verlossen, mag ik namelijk graag de helpende hand reiken. Vaak ligt een lam niet goed of soms is het bij meerlingen wat lastig om uit te vogelen welke pootjes bij het voorliggende lam horen. Het gebeurt echter ook geregeld dat de boer gewoon te ongeduldig is en dat ik nauwelijks ingrijpende handelingen hoef te verrichten.

Onze eigen koppel is momenteel uiteraard ook volop aan het lammeren. Dat geeft niet alleen veel extra drukte; het is vooral ook leuk om de ooien daarbij te assisteren. Ik kan er geweldig van genieten hoe fraai de van oorsprong nestvlieders zo verschrikkelijk snel in de ranke beentjes komen. En onderwijl worden ze druk door moeders droog gelebberd. En hoe het instinct van de pasgeborenen de koppies daarna vaak al binnen een kwartier schuin omhoog drijft naar een strak staande tepel. Die zit bomvol energierijke biest, die tevens voor een goede weerstand zorgt. En als het staartje verraadt dat de moedertiet is gevonden, hoor je luid smakkend sabbelen en zuigen dat zich het best in het Frysk laat omschrijven als ‘sobje’.

 

 

 

 

 

Ondertussen vindt er een uitwisseling van geuren en gemekker plaats die ooi en haar kroost de rest van het seizoen onlosmakelijk met elkaar verbindt. Laat een lam het niet wagen stiekem bij een andere moeder melk proberen te ‘stelen’, want dan is een behoorlijke opdoffer zijn deel!

Schapen zijn zelden ‘gevaarlijk’. Maar bij sommige ooien moet je wel degelijk oppassen. Als onze hond even mee het hok inloopt, staan ze te stampvoetend hun nageslacht te beschermen. Je kunt je hond heel erg de schrik aanjagen door ze even bij zo’n stamper in het hok te zetten: meestal zullen ze de rest van hun leven het wolvee links laten liggen. Maar wees er dan wel op tijd bij, want een schaap is in staat een hond de dood in te stoten…Meestal zie je de lammetjes al na 2-3 dagen bokkensprongetjes maken van plezier. Dat betekent dat ze lekker in hun vel zitten en volop te drinken krijgen van de moederooi. Een beetje afhankelijk van het weer mogen ze al na een week naar buiten. Eerst even onwennig in het volle licht, maar al gauw scharrelen ze stijf tegen hun moeder aan de wei in. Binnen enkele dagen is er vriendschap gesloten met leeftijdgenootjes en rennen ze tijdens het speelkwartier gezamenlijk in het avondlicht hun loopjes over de polderdijk. Dat roept bij mij welhaast het ultieme lentegevoel op.

 

 

Als het met de lammerij een keertje niet goed gaat wordt mij geregeld gevraagd wat daarvan de oorzaak is. Ik probeer natuurlijk een plausibele verklaring aan te geven. Maar niet zelden moet ook ik daarnaar gissen. Het moet mij echter van het hart dat ik bij menigeen nog wel eens de verwondering mis over al hetgeen juist wél volgens de wetten van Moeder Natuur  zo prachtig verloopt. Gelukkig ben ik die zelfs na dertig jaar in mijn vak nog steeds niet kwijt. Laten we bovenal volop genieten van de lentesymfonie!April 2017