Museumfokkerij?

Menno WiersmaCOLUMNS

Vanaf het moment dat de mensheid de jacht heeft ingeruild voor domesticatie van dieren, heeft het evolutieprincipe van Darwin het moeten afleggen tegen de eigengereidheid van het mensdom. Bij het fokken van de diverse rassen geldt immers niet langer het fenomeen van ‘the survival of the fittest’. In het wild overleeft juist het best toegeruste dier onder de geldende omstandigheden. Wij mensen selecteren daarentegen voornamelijk op basis van doelmatigheid bij de landbouwhuisdieren en bovenal op uiterlijke kenmerken bij onze gezelschapsdieren. We paren de best verervende stier met de meest productieve koe; de hengst met de fraaiste tred met de mooiste merrie en de reu met het aandoenlijkste snoetje met een nog lieflijker teefje. Met kunstmatige inseminatie krijgen unieke manlijke dieren bovendien een nog grotere invloed op een meestal kleine populatie. Inteelt ligt dan op de loer. Daardoor boet een ras in op vitaliteit en komen minder of ongewenste eigenschappen tevoorschijn. Op deze manier vormen erfelijke afwijkingen zelfs een grote bedreiging voor een ras. Helaas hebben alle rassen in het algemeen en de Friese in het bijzonder daarmee te maken. Specifieke maatregelen zullen het Friese paard, de Stabij en de Wetterhoun van de ondergang moeten redden. Wat kun je doen om inteeltpercentage te verminderen? Zeer strenge fokprogramma’s, genetisch onderzoek en nieuw bloed inbrengen worden het meest gebezigd. Dat zorgt echter voor de nodige reuring in fokkerskringen. Vooral het inkruisen van andere rassen wordt door sommigen als vloeken in de kerk beschouwd. Anderen daarentegen verafschuwen het opnemen van ongeregistreerde ‘lookalikes’ in het fokprogramma. Is mensheid synoniem voor mensdom?

Jhuto en Abe 012 - close upZonder ingrepen is de Wetterhoun gedoemd uit te sterven, gelijk het lot van deze muis…

Museumnestje

Een beetje paniekerig werd ik dit vroege voorjaar gebeld. Rixt was druk aan het jongen. Er waren al vijf puppy’s, maar twee ervan helaas dood. Vrij snel was ik ter plaatse. Het was er een drukte van belang. De Wetterhoun lag midden in de schuur, waar werklui met groot materieel bezig waren de oude stelp tot woonboerderij om te toveren. Nog een wonder dat Rixt omringd door al dat lawaai in staat was de rust te bewaren om haar nageslacht ter wereld te brengen. Ik maakte kenbaar dat dit echt niet zo op z’n janboerenfluitjes kon. Of er niet een rustiger en vooral warmere plek voor handen was? Dan maar naar ‘het museum’, antwoordde de baas. In het âld bûthús bevond zich namelijk een grote verzameling oude schoolplaten. Een wat uit de hand gelopen hobby van zijn vader, zo kreeg ik te horen. En voordat ik er erg in had, stond er een sjofeltje klaar om de werpkist met inhoud en al te transporteren. Dat leek mij nou ook weer niet zo’n goed idee. En dus toog ik met Rixt eerst naar buiten. Even plassen, buik aftasten en een prik om de weeën te stimuleren. Al gauw was ik daarna getuige van de volgende, springlevende pup.

Nog diezelfde namiddag deed ik een controlevisite. De werpkist bevond zich op dat moment midden tussen de topografische kaarten en de overbekende illustraties van Isings, Jetses en Koekoek. Verder stond er een lange stamtafel; het schoolplatenmuseum deed klaarblijkelijk tevens dienst als kantine voor de werklui. Boven de kraamkist hing een biggenlamp. Instemmend knikkend liet ik mijn goedkeuring blijken. En Rixt toonde zich een uiterst voorzichtige, lieve en bedreven moeder. Ze vond het prima dat ik, nota bene als totaal vreemde voor haar, al haar pups mocht bewonderen en keuren. Zes waren er nu; twee reutjes en vier teefjes. Ze hingen aan haar uier. Wat een leuke Rixt, wat een lief karakter! Het toeval wil dat ik de vader (Jhuto) van dit nest ook ken. Die is namelijk net zo ‘noflik’ en aangenaam in de omgang. Kortom: qua karakter is dit een veelbelovend zestal!

Zowel bij de nestcontrole halverwege als bij de puppy-enting op  zes weken was ik zeer content over de pups. Rixt heeft het prima gedaan. Zoals een echte Wetterhoun betaamt, ging ze geregeld even lekker voor zichzelf de weilanden in, om daarna over het hekwerk te wippen en zich tussen de pups te vlijen. Dat zogen kon haar onderhand wel gestolen worden, want de pups dronken nu niet meer bepaald zachtzinnig…

Wetterhoun in museum 007Het is te hopen dat dit nageslacht een waardevolle bijdrage zal leveren aan het behoud van het aloude Friese ras. Opdat de Wetterhoun niet uitsluitend nog te bewonderen zal zijn op een plaatje in het museum…

Wetterhoun in museum 022

Jhuto en Abe 006 -grootVader Jhuto leert zoon Abe de muizenjacht.

Jhuto en Abe 009 - kop in het zand

De Wetter is niet te redden door de kop in het zand te steken…

Mei 2014